Go to content

Kia-waarschuwingslampjes

Kia-waarschuwingslampjes

Het kan belangrijk zijn om te weten wat de waarschuwingslampjes en indicatoren in je Kia betekenen. Als je een waarschuwingslampje van Kia niet begrijpt of negeert, kan dat ongelukken veroorzaken en je garantie beïnvloeden. Op deze pagina vind je het pictogram en de betekenis van elk waarschuwingslampje of indicator, zodat je een probleem kunt herkennen en snel kunt oplossen. Als je op zoek bent naar een specifiek Kia-waarschuwingslampje of -symbool dat je in je auto hebt gezien, kun je de onderstaande kleurenfilters gebruiken. Meer informatie over je auto vind je op onze pagina Handleidingen & gidsen.

  • Als het waarschuwingslampje voor de airbag blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Als de veiligheidsgordel niet vastzit, klinkt er gedurende 6 seconden een geluidssignaal. En het waarschuwingslampje voor de veiligheidsgordel blijft branden totdat de veiligheidsgordel is vastgeklikt. Klik de veiligheidsgordel vast.

    Let bij het waarschuwingslampje voor de parkeerrem op het volgende:

    • Als je met een aangetrokken parkeerrem rijdt, knippert het waarschuwingslampje voor de parkeerrem en klinkt er een geluidssignaal. Zet de parkeerrem los
    • Als het remvloeistofpeil laag is, gaat het lampje branden. Controleer het remvloeistofreservoir en vul dit indien nodig bij. Als het lampje niet uitgaat, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Waarschuwing: Rijd niet met je auto als het remvloeistofpeil laag is. De rem werkt mogelijk niet goed.

    De EPS (elektronische stuurbekrachtiging) helpt de bestuurder bij het sturen.

    Als het EPS-waarschuwingslampje blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Het waarschuwingslampje voor het laadsysteem blijft branden om aan te geven dat:

     

    • De batterij leeg is
    • De ventilatorriem gebroken is
    • De alternator of het elektrische laadsysteem niet goed werkt

     

    Als het waarschuwingslampje voor het laadsysteem blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Als het motoroliepeil laag is, blijft het waarschuwingslampje voor de motoroliedruk branden. Controleer het motoroliepeil en vul indien nodig olie bij.

    Het waarschuwingslampje voor het brandstoffilter blijft branden om aan te geven dat het brandstoffilter gevuld is met meer water dan de aangegeven hoeveelheid.

    Als het waarschuwingslampje voor het brandstoffilter blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Het ABS (antiblokkeerremsysteem) stelt de bestuurder in staat om de controle over het voertuig te behouden door te voorkomen dat het voertuig gaat slippen wanneer de remmen worden gebruikt.

    Als het waarschuwingslampje voor het ABS blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Het waarschuwingslampje voor de motor blijft branden om aan te geven dat:

     

    • De aandrijflijn of het emissiecontrolesysteem van het voertuig niet goed werkt
    • Er een lek zit in het brandstoftoevoersysteem
    • De tankdop niet goed gesloten is

     

    Als het waarschuwingslampje voor de motor blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Als het waarschuwingslampje voor een laag brandstofpeil blijft branden, vul dan zo snel mogelijk brandstof bij.

    Let bij het waarschuwingslampje voor een lage bandenspanning op het volgende:

     

    • Als de bandenspanning laag is, blijft het waarschuwingslampje voor een lage bandenspanning branden. Controleer de bandenspanning en pomp de band indien nodig op.
    • Als het bandenspanningscontrolesysteem niet goed werkt, gaat het lampje niet branden of knippert het gedurende 1 minuut en blijft het branden. Laat je auto controleren door een erkende Kia-dealer.

    Het waarschuwingslampje voor de elektronische parkeerrem blijft branden om aan te geven dat:

     

    • De elektronische parkeerrem niet goed werkt
    • De elektronische stabiliteitscontrole niet goed werkt

     

    Als het waarschuwingslampje voor de elektronische parkeerrem blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Het waarschuwingslampje voor de Forward Collision-Avoidance Assist blijft branden om aan te geven dat:

     

    • De camera vooraan niet goed werkt
    • De radar vooraan niet goed werkt

     

    Als het waarschuwingslampje voor de Forward Collision-Avoidance Assist blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Als het waarschuwingslampje voor de vierwielaandrijving blijft branden, laat je auto dan onmiddellijk controleren door een erkende Kia-dealer.

    Als er meer dan één storing is, blijft het hoofdwaarschuwingslampje branden.

    De ESC (elektronische stabiliteitscontrole) helpt de bestuurder bij het sturen door slippen op gladde of bochtige wegen te voorkomen.

     

    • Als het ESC-lampje knippert, is dit normaal.
    • Als het ESC-lampje blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    De ESC (elektronische stabiliteitscontrole) helpt de bestuurder bij het sturen door slippen op gladde of bochtige wegen te voorkomen.

     

    Als je op het indicatorlampje 'ESC uit' drukt om de ESC uit te schakelen, blijft het lampje branden.

    De startonderbreker voorkomt autodiefstal door het mogelijk te maken dat de geregistreerde sleutels het voertuig starten.

     

    Als het indicatorlampje voor de startonderbreker knippert, moet je je auto laten nakijken door een erkende Kia-dealer.

    De startonderbreker voorkomt autodiefstal door het mogelijk te maken dat de geregistreerde sleutels het voertuig starten.

     

    Als de smart key niet in de auto aanwezig is of als de batterij van de smart key bijna leeg is wanneer het contact in de stand ON staat, knippert het indicatorlampje voor de startonderbreker. Druk met de smart key op de knop Engine START/STOP.

    Als het waarschuwingslampje voor de ledkoplamp knippert of blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Let bij het SCR-waarschuwingslampje op het volgende:

     

    • Als het ureumniveau laag is, blijft het SCR-waarschuwingslampje branden. Controleer de tank met ureumoplossing en voeg indien nodig oplossing toe.
    • Als het ureumniveau niet laag is en het lampje blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Als het indicatorlampje knippert of blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

     

    Waarschuwing: Er is brandgevaar als het gloei-indicatorlampje knippert tijdens het voorverwarmen.

     

    Opmerking: Het emissiesysteem kan beschadigd raken als met de auto wordt gereden terwijl het gloei-indicatorlampje brandt.

    AUTO HOLD zorgt ervoor dat de auto stil blijft staan, zelfs als je je voet van het rempedaal haalt nadat de auto tot stilstand is gekomen.

     

    • Als het indicatorlampje AUTO HOLD wit of groen oplicht, is dit normaal.
    • Als het indicatorlampje AUTO HOLD geel oplicht, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    De ISG (Idle Stop and Go) verbetert de brandstofefficiëntie en vermindert de uitstoot van uitlaatgassen door de motor te pauzeren nadat de auto tot stilstand is gekomen.

     

    • Als het ISG-indicatorlampje groen oplicht, is dit normaal.
    • Als het ISG-indicatorlampje geel oplicht, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Let op het volgende bij het indicatorlampje voor de knipperlichten/richtingaanwijzers:

     

    • Als alle lampjes knipperen wanneer je op de knop voor de knipperlichten drukt, is dat normaal.
    • Als het lampje sneller knippert dan normaal, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Wanneer de koplampen branden, gaat het indicatorlampje voor de dimlichten branden.

    De HBA (grootlichtassistent) schakelt de koplampen automatisch naar de dimlichten of grootlichten door tegenliggers of voorliggers te detecteren.

     

    Als de lichtschakelaar in de stand AUTO staat, gaat het indicatorlampje voor de HBA branden.

    Wanneer de achterlichten of koplampen branden, gaat het indicatorlampje lichten AAN branden.

    Als je op de SET-knop drukt nadat de auto de verwachte snelheid heeft bereikt terwijl het indicatorlampje voor de snelheidsregelaar brandt, gaat het indicatorlampje voor de cruise-instelling branden.

    Let op het volgende bij het indicatorlampje voor de rijstrookassistent:

     

    • Als het indicatorlampje voor de rijstrookassistent wit of groen oplicht, is dat normaal.
    • Als het indicatorlampje voor de rijstrookassistent geel oplicht, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    De DBC (bergafwaartse remcontrole) helpt de bestuurder om een steile helling af te dalen zonder het rempedaal in te trappen.

     

    • Als het DBC-indicatorlampje groen oplicht of knippert, is dat normaal.
    • Als het DBC-indicatorlampje geel oplicht, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Wanneer de rijmodus is ingesteld op ECO, wordt het brandstofverbruik verlaagd. En het indicatorlampje voor de ECO-modus gaat branden.

    Wanneer de rijmodus is ingesteld op SMART, wordt de rijmodus geoptimaliseerd op basis van de rijgewoonten van de bestuurder. En het indicatorlampje voor de SMART-modus gaat branden.

    Het indicatorlampje voor de grootlichten gaat branden wanneer:

     

    • De koplampen aan zijn en in de grootlichtstand staan
    • De verlichtingshendel in de stand 'knipperen om in te halen' wordt getrokken

    AUTO HOLD zorgt ervoor dat de auto stil blijft staan, zelfs als je je voet van het rempedaal haalt nadat de auto tot stilstand is gekomen.

     

    • Als het indicatorlampje AUTO HOLD wit of groen oplicht, is dat normaal.
    • Als het indicatorlampje AUTO HOLD geel oplicht, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    De EBD (elektronische remkrachtverdeling) verbetert de remprestaties door de remkracht te verdelen over de voor- en achterwielen.

     

    Als het waarschuwingslampje voor de EBD blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

  • Rood

    Dit duidt op onmiddellijk of dreigend gevaar voor personen of zeer ernstige schade aan apparatuur.

    Als het waarschuwingslampje voor de airbag blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Als de veiligheidsgordel niet vastzit, klinkt er gedurende 6 seconden een geluidssignaal. En het waarschuwingslampje voor de veiligheidsgordel blijft branden totdat de veiligheidsgordel is vastgeklikt. Klik de veiligheidsgordel vast.

    Let bij het waarschuwingslampje voor de parkeerrem op het volgende:

     

    • Als je met een aangetrokken parkeerrem rijdt, knippert het waarschuwingslampje voor de parkeerrem en klinkt er een geluidssignaal. Zet de parkeerrem los.
    • Als het remvloeistofpeil laag is, gaat het lampje branden. Controleer het remvloeistofreservoir en vul dit indien nodig bij. Als het lampje niet uitgaat, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

     

    Waarschuwing: Rijd niet met je auto als het remvloeistofpeil laag is. De rem werkt mogelijk niet goed.

    De EPS (elektronische stuurbekrachtiging) helpt de bestuurder bij het sturen.

     

    Als het EPS-waarschuwingslampje blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Het waarschuwingslampje voor het laadsysteem blijft branden om aan te geven dat:

     

    • De batterij leeg is
    • De ventilatorriem gebroken is
    • De alternator of het elektrische laadsysteem niet goed werkt

     

    Als het waarschuwingslampje voor het laadsysteem blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Als het motoroliepeil laag is, blijft het waarschuwingslampje voor de motoroliedruk branden. Controleer het motoroliepeil en vul indien nodig olie bij.

    Het waarschuwingslampje voor het brandstoffilter blijft branden om aan te geven dat het brandstoffilter gevuld is met meer water dan de aangegeven hoeveelheid.

     

    Als het waarschuwingslampje voor het brandstoffilter blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

  • Orangje

    Dit geeft aan dat iets binnenkort aandacht vereist, omdat er anders mogelijk een storing in het voertuigsysteem optreedt of schade aan het voertuig kan ontstaan.

    Het ABS (antiblokkeerremsysteem) stelt de bestuurder in staat om de controle over het voertuig te behouden door te voorkomen dat het voertuig gaat slippen wanneer de remmen worden gebruikt.

     

    Als het waarschuwingslampje voor het ABS blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Het waarschuwingslampje voor de motor blijft branden om aan te geven dat:

     

    • De aandrijflijn of het emissiecontrolesysteem van het voertuig niet goed werkt
    • Er een lek zit in het brandstoftoevoersysteem
    • De tankdop niet goed gesloten is

     

    Als het waarschuwingslampje voor de motor blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Als het waarschuwingslampje voor een laag brandstofpeil blijft branden, vul dan zo snel mogelijk brandstof bij.

    Let bij het waarschuwingslampje voor een lage bandenspanning op het volgende:

     

    • Als de bandenspanning laag is, blijft het waarschuwingslampje voor een lage bandenspanning branden. Controleer de bandenspanning en pomp de band indien nodig op.
    • Als het bandenspanningscontrolesysteem niet goed werkt, gaat het lampje niet branden of knippert het gedurende 1 minuut en blijft het branden. Laat je auto controleren door een erkende Kia-dealer.

    Het waarschuwingslampje voor de elektronische parkeerrem blijft branden om aan te geven dat:

     

    • De elektronische parkeerrem niet goed werkt
    • De elektronische stabiliteitscontrole niet goed werkt

     

    Als het waarschuwingslampje voor de elektronische parkeerrem blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Het waarschuwingslampje voor de Forward Collision-Avoidance Assist blijft branden om aan te geven dat:

     

    • De camera vooraan niet goed werkt
    • De radar vooraan niet goed werkt

     

    Als het waarschuwingslampje voor de Forward Collision-Avoidance Assist blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Als het waarschuwingslampje voor de vierwielaandrijving blijft branden, laat je auto dan onmiddellijk controleren door een erkende Kia-dealer.

    Als er meer dan één storing is, blijft het hoofdwaarschuwingslampje branden.

    De ESC (elektronische stabiliteitscontrole) helpt de bestuurder bij het sturen door slippen op gladde of bochtige wegen te voorkomen.

     

    • Als het ESC-lampje knippert, is dit normaal.
    • Als het ESC-lampje blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    De ESC (elektronische stabiliteitscontrole) helpt de bestuurder bij het sturen door slippen op gladde of bochtige wegen te voorkomen.

     

    Als je op het indicatorlampje 'ESC uit' drukt om de ESC uit te schakelen, blijft het lampje branden.

    De startonderbreker voorkomt autodiefstal door het mogelijk te maken dat de geregistreerde sleutels het voertuig starten.

     

    Als het indicatorlampje voor de startonderbreker knippert, moet je je auto laten nakijken door een erkende Kia-dealer.

    De startonderbreker voorkomt autodiefstal door het mogelijk te maken dat de geregistreerde sleutels het voertuig starten.

     

    Als de smart key niet in de auto aanwezig is of als de batterij van de smart key bijna leeg is wanneer het contact in de stand ON staat, knippert het indicatorlampje voor de startonderbreker. Druk met de smart key op de knop Engine START/STOP.

    Als het waarschuwingslampje voor de ledkoplamp knippert of blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Let bij het SCR-waarschuwingslampje op het volgende:

     

    • Als het ureumniveau laag is, blijft het SCR-waarschuwingslampje branden. Controleer de tank met ureumoplossing en voeg indien nodig oplossing toe.
    • Als het ureumniveau niet laag is en het lampje blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Als het indicatorlampje knippert of blijft branden, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

     

    Waarschuwing: Er is brandgevaar als het gloei-indicatorlampje knippert tijdens het voorverwarmen.

     

    Opmerking: Het emissiesysteem kan beschadigd raken als met de auto wordt gereden terwijl het gloei-indicatorlampje brandt.

  • Groen

    Dit geeft aan dat een systeem actief is.

    AUTO HOLD zorgt ervoor dat de auto stil blijft staan, zelfs als je je voet van het rempedaal haalt nadat de auto tot stilstand is gekomen.

     

    • Als het indicatorlampje AUTO HOLD wit of groen oplicht, is dit normaal.
    • Als het indicatorlampje AUTO HOLD geel oplicht, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    De ISG (Idle Stop and Go) verbetert de brandstofefficiëntie en vermindert de uitstoot van uitlaatgassen door de motor te pauzeren nadat de auto tot stilstand is gekomen.

     

    • Als het ISG-indicatorlampje groen oplicht, is dit normaal.
    • Als het ISG-indicatorlampje geel oplicht, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Let op het volgende bij het indicatorlampje voor de knipperlichten/richtingaanwijzers:

     

    • Als alle lampjes knipperen wanneer je op de knop voor de knipperlichten drukt, is dat normaal.
    • Als het lampje sneller knippert dan normaal, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Wanneer de koplampen branden, gaat het indicatorlampje voor de dimlichten branden.

    De HBA (grootlichtassistent) schakelt de koplampen automatisch naar de dimlichten of grootlichten door tegenliggers of voorliggers te detecteren.

     

    Als de lichtschakelaar in de stand AUTO staat, gaat het indicatorlampje voor de HBA branden.

    Wanneer de achterlichten of koplampen branden, gaat het indicatorlampje lichten AAN branden.

    Als je op de SET-knop drukt nadat de auto de verwachte snelheid heeft bereikt terwijl het indicatorlampje voor de snelheidsregelaar brandt, gaat het indicatorlampje voor de cruise-instelling branden.

    Let op het volgende bij het indicatorlampje voor de rijstrookassistent:

     

    • Als het indicatorlampje voor de rijstrookassistent wit of groen oplicht, is dat normaal.
    • Als het indicatorlampje voor de rijstrookassistent geel oplicht, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    De DBC (bergafwaartse remcontrole) helpt de bestuurder om een steile helling af te dalen zonder het rempedaal in te trappen.

     

    • Als het DBC-indicatorlampje groen oplicht of knippert, is dat normaal.
    • Als het DBC-indicatorlampje geel oplicht, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    Wanneer de rijmodus is ingesteld op ECO, wordt het brandstofverbruik verlaagd. En het indicatorlampje voor de ECO-modus gaat branden.

    Wanneer de rijmodus is ingesteld op SMART, wordt de rijmodus geoptimaliseerd op basis van de rijgewoonten van de bestuurder. En het indicatorlampje voor de SMART-modus gaat branden.

  • Blauw

    Dat betekent dat een systeem actief is.

    Het indicatorlampje voor de grootlichten gaat branden wanneer:

     

    • De koplampen aan zijn en in de grootlichtstand staan
    • De verlichtingshendel in de stand 'knipperen om in te halen' wordt getrokken

  • Wit

    AUTO HOLD zorgt ervoor dat de auto stil blijft staan, zelfs als je je voet van het rempedaal haalt nadat de auto tot stilstand is gekomen.

     

    • Als het indicatorlampje AUTO HOLD wit of groen oplicht, is dat normaal.
    • Als het indicatorlampje AUTO HOLD geel oplicht, laat je auto dan controleren door een erkende Kia-dealer.

    The EBD (Electronic Brake force Distribution) improves braking performance by distributing the brake force to the front and rear wheels.

    If the EBD warning light stays on, have your vehicle inspected by an authorized Kia dealer.